antimoon Risico's van Stoffen

Let op!

Geprint op: 29/03/2024 om: 03:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Antimoon

 
Stofgegevens
Stofnaam antimoon
Engelse naam antimony
CAS-nummer 7440-36-0
UN-nummer 2871
EG-nummer 231-146-5
ECHA stofinformatie Substance Infocard
Aquo-code Sb
SIKB-id 301
Molecuulformule Sb
SMILES [Sb]
Structuurformule Structuurformule wordt geladen…
Functionele stofgroep Lijst ADR
KRW specifiek verontreinigende stoffen
Lijst Stofklassen voor luchtemissies
Lijst CMR volgens zelfclassificatie
Lijst Stofcategorie rekenvoorschrift omgevingsveiligheid

Voetnoten

De gegevens bij de ECHA (Europees Agentschap voor chemische stoffen) vallen buiten de verantwoordelijkheid van het RIVM. De gegevens in de ECHA database zijn aangeleverd door de registranten (industrie). Niet alle gegevens zijn geautoriseerd door de overheid.

Let op!

Geprint op: 29/03/2024 om: 03:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor ZZS. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor ZZS zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor Potentiële ZZS. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor Potentiële ZZS zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor RIVM stofadviezen. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor RIVM stofadviezen zijn opgenomen.
Stofklassen voor luchtemissies
antimoon
(7440-36-0)
Stofklasse voor luchtemissies sA.3
Emissiegrenswaarde 5 mg/Nm3
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor KRW prioritaire stoffen. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor KRW prioritaire stoffen zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor OSPAR. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor OSPAR zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor E-PRTR. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor E-PRTR zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor Autorisaties en restricties. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor Autorisaties en restricties zijn opgenomen.

Toelichtende voetnoot

Toelichtende voetnoten

1:

Berekend als Sb

Let op!

Geprint op: 29/03/2024 om: 03:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

Normen

Normwaarden per categorie, compartiment en stof
Categorie Compartiment/Normtype Norm antimoon
(7440-36-0)
Milieu Oppervlaktewater zoet log Kp l/kg (zwevend stof) 3,57
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren achtergrondconcentratie (opgelost) 0,3 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren wettelijk JG-MKN (opgelost) 5,6 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren wettelijk MAC-MKN (opgelost) 200 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zoet Landoppervlaktewateren JG-MKN (totaal) 12 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren achtergrondconcentratie (opgelost) 0,14 µg/l
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren wettelijk JG-MKN (opgelost)
Milieu Oppervlaktewater zout Andere oppervlaktewateren wettelijk MAC-MKN (opgelost)
Milieu Sediment Sediment MTR (droge stof) 15 mg/kg
Milieu Grond Interventiewaarde bodemkwaliteit (droge stof) 22 mg/kg
Milieu Grond Grond MTR
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing in oppervlaktewater en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam) 4,0 mg/kg
Milieu Grond Achtergrondwaarde (droge stof; bij toepassing op of in de bodem) 4,0 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse wonen / Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen (droge stof) 15 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie / Maximale waarde kwaliteitsklasse industrie (droge stof) 22 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel (droge stof)
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met Liquid/Solid ratio 10) 0,070 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem: Emissietoetswaarde (droge stof) 9 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde verspreiden baggerspecie in zoet oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse A (droge stof)
Milieu Grond Interventiewaarde bodem onder oppervlaktewater / Maximale waarde kwaliteitsklasse B (droge stof) 15 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Maximale emissiewaarde (via gestandaardiseerde uitlogingstoets met een Liquid/Solid ratio van 10) 0,070 mg/kg
Milieu Grond Maximale waarde grootschalige toepassingen op of in de bodem onder oppervlaktewater: Emissietoetswaarde (droge stof) 9 mg/kg
Milieu Grondwater Grondwater diep landelijke achtergrondconcentratie (AC) (opgelost) 0,09 µg/l
Milieu Grondwater Standaardwaarden voor grondwater diep (inclusief AC) (opgelost) 0,15 µg/l
Milieu Grondwater Signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering (opgelost) 20 µg/l
Mens Grenswaarde werknemer TGG 8 uur 0,5 mg/m3
Mens Drinkwater Drinkwaterkwaliteitseis - chemische parameters 10,0 µg/l

Toelichtende voetnoot

32:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm (JG-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (JG-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘jaargemiddelde waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term JG-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

36:

Maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (MAC-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term MAC-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

89:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm

34:

Jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm (JG-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (JG-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘jaargemiddelde waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term JG-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

38:

Maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN). Deze term werd gebruikt in de Nederlandse wetgeving onder de KRW, maar bij de laatste wijziging van het Besluit milieukwaliteitseisen water (BKMW) is de term milieukwaliteitsnorm vervangen door milieukwaliteitseis (MAC-MKE). In de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water wordt gesproken over ‘Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie’. Deze wijziging heeft te maken de juridische status van de getallen in beide documenten. De inhoudelijke betekenis van de getallen en de wijze van toetsing is niet veranderd en de wijziging is ook niet van toepassing op de stoffen die niet in BKMW of Regeling staan genoemd. Op deze website kiezen we er daarom voor om de term MAC-MKN te blijven gebruiken, ongeacht de status van het getal.

57:

Maximaal toelaatbaar risiconiveau

1:

1. De waarden in deze tabel gelden voor een standaardbodem (10% organische stof en 25% lutum). Op het omrekenen van de meetwaarden naar een standaardbodem zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder i en j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. 2. Op het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder i en j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

177:

Maximaal toelaatbaar risiconiveau

4:

meer dan 10 m

8:

Op het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder i en j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

10:

tijdgewogen gemiddelde

185:

Wettelijk toegestane maximale concentratie in drinkwater

Voetnoten

1:

Geen achtergrond concentratie correctie mogelijk

2:

Correctie voor achtergrondconcentratie mogelijk

3:

Niet afgeleid, geen/onvoldoende gegevens.

4:

Niet afgeleid, geen/onvoldoende gegevens.

5:

getalswaarde = interventiewaarde

inclusief achtergrondconcentratie

6:

Voor deze stof zijn risicogrenzen voor bodem beschikbaar. Deze hebben geen officiële status als norm, maar kunnen wel worden gebruikt door het bevoegd gezag. Informatie over deze stof kunt u opvragen via de helpdesk van de website Risico's van stoffen (https://rvs.rivm.nl/vragen-enof-opmerkingen).

7:

Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data / metingen boven de bepalingsgrens beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.

8:

Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data / metingen boven de bepalingsgrens beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.

9:

In oppervlaktewater wordt geen grond toegepast die niet afkomstig is van de bodem onder het oppervlaktewater en die de Maximale waarden voor de functieklasse industrie overschrijdt.

10:

De msPAF wordt berekend voor de met X aangeduide stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7 * bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel indien: (*) De gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, en (*) Voor organische stoffen: msPAF < 20%, en (*) Voor metalen: msPAF < 50%, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt. Voor gemeten stoffen die geen deel uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (met uitzondering van somparamaters waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAF-berekening; deze uitzondering geldt niet voor dioxine (som TEQ) waarvan PCB118 onderdeel uitmaakt). Minerale olie maakt geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de Achtergrondwaarde geldt voor deze stof de waarde, die vermeld is in de kolom 'Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel'. Voor toetsing aan de achtergrondwaarden worden de toetsingsregels van de Achtergrondwaarden toegepast. Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de Interventiewaarden bodem. Voor metalen waarvoor geen Interventiewaarden bodem zijn vastgesteld, dienen de Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie te worden gehanteerd.

11:

De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN). Voor de stoffen waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.

12:

Indien het laboratorium een waarde ‘< dan een verhoogde rapportagegrens’ aangeeft (hoger dan de rapportagegrens AS3000), dan dient de betreffende verhoogde rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde (of hiermee berekende somwaarde) wordt getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Een dergelijke verhoogde rapportagegrens kan optreden bij de analyse van een zeer sterk verontreinigd monster of een monster met afwijkende samenstelling. Het zo verkregen toetsingsresultaat heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet goed kan worden beoordeeld.

De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder< teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000.

Let op!

Geprint op: 29/03/2024 om: 03:25

Controleer de actualiteit van deze gegevens op: https://rvs.rivm.nl

ADR
antimoon
(7440-36-0)
UN-nummer 2871
Benaming en beschrijving 3.1.2 ANTIMOONPOEDER
Klasse 2.2 6.1
Classificatiecode 2.2 T5
Verpakkingsgroep 2.1.1.3 III
Etiketten 5.2.2 6.1
Gelimiteerde hoeveelheden 3.4 5 kg
Vrijgestelde hoeveelheden 3.5.1.2 E1
Verpakkingen: Verpakkingsinstructies 4.1.4 P002 IBC08 LP02 R001
Verpakkingen: Bijzondere bepalingen 4.1.4 B3
Verpakkingen: Gezamenlijke verpakking 4.1.10 MP10
Transporttanks en bulkcontainers: Instructies 4.2.5.2, 7.3.2 T1
Transporttanks en bulkcontainers: Bijzondere bepalingen 4.2.5.3 TP33
ADR tanks: Tankcode 4.3 L4BH SGAH
ADR tanks: Bijzondere bepalingen 4.3.5, 6.8.4 TE19 TU15
Voertuig voor tankvervoer 9.1.1.2 AT
Vervoerscategorie (Code voor beperkingen in tunnels) 1.1.3.6 2 (E)
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Los gestort 7.3.3 AP7 VC1 VC2
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Laden Lossen en behandeling 7.5.11 CV13 CV28
Bijzondere bepalingen voor het vervoer: Bedrijf 8.5 S9
Gevaarsidentificatienummer 5.3.2.3 60

Voetnoten

Giftige stoffen
giftige stoffen
giftige stoffen
De transporttank-instructie die aan deze stof is toegekend, is van toepassing op korrelige en poedervormige vaste stoffen en op vaste stoffen die worden gevuld en gelost bij temperaturen boven hun smeltpunt maar die worden afgekoeld en vervoerd als een vaste massa. Voor vaste stoffen die worden vervoerd bij temperaturen boven hun smeltpunt, zie 4.2.1.19.
giftige of zwak giftige stof.
Stofcategorie rekenvoorschrift omgevingsveiligheid
antimoon
(7440-36-0)
UN-nummer 2871
Benaming en beschrijving 3.1.2 ANTIMOONPOEDER
GEVI-code 60
Stofindeling weg en spoor SNR
Stofindeling water SNR

Voetnoten

giftige of zwak giftige stof
Vaste stof, niet relevant
Vaste stof, niet relevant
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor CMR volgens CLP. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor CMR volgens CLP zijn opgenomen. Voor CLP vermeldt dit zoeksysteem alleen indeling als CMR 1A of 1B. Andere indelingen staan in de CLP verordening.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen gegevens voor CMR-stoffen SZW. Stoffen kunnen echter tot een groep behoren waarvoor wel gegevens voor CMR-stoffen SZW zijn opgenomen.
Informatieboodschap Er zijn voor deze stof geen zelfclassificaties als PBT of vPvB.

Toelichtende voetnoot

Toelichtende voetnoten

1:

C&L database geraadpleegd op 28 augustus 2023

Dit betreft een zelfclassificatie van de fabrikanten en importeurs. Deze zelfclassificatie is niet gecontroleerd door het RIVM.