Gefluoreerde broeikasgassen zijn organische verbindingen met fluor. Er zijn internationale afspraken gemaakt om de uitstoot van deze gassen te beperken. De Europese Commissie heeft een lijst gepubliceerd van stoffen waar dit voor geldt.

Naast de bekende broeikasgassen zoals koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N20), zijn er ook industriële gefluoreerde broeikasgassen. De emissie van deze gassen is veel lager dan die van CO2. Deze gassen hebben echter per kilogram emissie een veel sterker aardopwarmend vermogen dan CO2. Daarom is het belangrijk om deze broeikasgassen terug te dringen.

Wat zijn gefluoreerde broeikasgassen

De belangrijkste gefluoreerde broeikasgassen zijn: fluorkoolwaterstoffen (HFK’s), perfluorkoolstoffen (PFK’s), zwavelhexafluoride (SF6) en stikstof trifluoride (NF3). HFK’s worden onder andere gebruikt in airconditioning, koelinstallaties, warmtepompen en (isolatie)schuimen. PFK’s hebben uiteenlopende toepassingen waaronder vloeistofisolatie, chemische dampafzetting en veel medische toepassingen. SF6 is het krachtigste broeikasgas. Het wordt gebruikt als isolatiegas in het elektriciteitsnet en in de metaalbewerking. NF3 wordt vooral gebruikt in de elektronica industrie.

Meer informatie over fluorkoolwaterstoffen op rivm.nl en bij IPLO.

Wettelijk kader

Montreal protocol en het Kigali Amendement

Het Montreal protocol richt zich op de afbraak van de ozonlaag. Het verbieden van chloor-fluor-koolstoffen (CFK’s) en chloor-fluor-koolwaterstoffen (HCFK’s), heeft echter geleid tot een toename van het gebruik van HFK’s. Die hebben geen effect op de ozonlaag, maar wel een sterk aardopwarmende vermogen. Daarom zijn, via het Kigali Amendement, de HFK’s ook opgenomen in het Montreal protocol. De productie en het gebruik worden wereldwijd bevroren en afgebouwd, waardoor de temperatuurstijging door HFK’s sterk kan worden beperkt deze eeuw.

Kyoto-protocol

HFK’s, PFK’s, SF6 en NF3 vielen onder het Kyoto-protocol. De termijn waarin de doelstelling moesten worden gehaald eindigde in 2020. Er zijn geen nieuwe afspraken gemaakt voor de periode na 2020. Nederland heeft zich verbonden met de doelstelling van 20% reductie van door mensen uitgestoten broeikasgassen in de periode 2013-2020 ten opzichte van 1990. In 2021 was een reductie van 24,9% gerealiseerd. Nieuwe afspraken over het klimaat zijn gemaakt in het kader van het klimaatakkoord van Parijs.

Europese wetgeving

EU verordening 517/2014 reguleert het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen met als doel de klimaatverandering te beperken. Hier vindt u ook de voorschriften over de productie, gebruik en de terugwinning van deze stoffen uit een product. De gereguleerde stoffen en de verplichtingen staan in de bijlagen bij het besluit.

Nederlandse wetgeving

In Nederland is de Europese wetgeving vastgelegd in het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.

Maatregelen

Gefluoreerde broeikasgassen komen vrij in de atmosfeer bij de productie van de stoffen zelf, bij het gebruik ervan en als de apparatuur waar ze in zitten wordt vernietigd. De maatregelen richten zich op alle fasen. Stoffen worden bijvoorbeeld vervangen door klimaatvriendelijkere alternatieven. Bijvoorbeeld koeling op ammoniak, kooldioxide of koolwaterstoffen, maar ook nieuwe chemische stoffen die een klein klimaat opwarmend vermogen hebben en de ozonlaag niet aantasten. In de wetgeving is ook vastgelegd hoe er met deze stoffen moet worden omgegaan in de afvalfase van een product.