De Nederlandse overheid pakt Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) met voorrang aan. ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen) zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu omdat ze bijvoorbeeld de voortplanting belemmeren, kankerverwekkend zijn of zich in de voedselketen ophopen.

Mensen en ecosystemen kunnen in contact komen met Zeer Zorgwekkende Stoffen via het milieu (lucht, water of bodem), voedsel, de werkplek, of via producten zoals huishoudchemicaliën.

Doel ZZS beleid

Doel van het overheidsbeleid is om deze stoffen zoveel mogelijk uit de leefomgeving te weren.

Wettelijk kader Nederland

Het overheidsbeleid is vastgelegd in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal). Dit verplicht bedrijven hun lozingen en uitstoot van ZZS naar lucht en water te vermijden. Als dat niet haalbaar is, dan moeten de emissies zoveel mogelijk worden beperkt (minimalisatieverplichting). Dit is al verplicht sinds 1 januari 2016. Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO geeft uitgebreide informatie over het ZZS beleid en de implementatie ervan.

Samenhang met internationale kaders

Een ZZS is een stof die voldoet aan een of meer van de criteria of voorwaarden, bedoeld in artikel 57 van EG Europese Gemeenschap (Europese Gemeenschap)-verordening Registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH verordening). Zie ook identificatie ZZS.

Verschillende internationale verdragen en wettelijke kaders stellen regels voor stoffen waarvoor zorg bestaat over de risico’s voor mens en milieu. De REACH verordening, het OSPAR verdrag, de Kaderrichtlijn Water en de POP verordening hanteren verschillende lijsten van stoffen waarvan het gebruik en/of de uitstoot moet worden verminderd.
Ter ondersteuning van het Nederlandse ZZS beleid heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) de ZZS uit die lijsten gebundeld in de zogenaamde ZZS-lijst

Hoe ZZS weren?

De doelen van het ZZS beleid kunnen op verschillende manieren worden bereikt:

  • Bronaanpak: voorkomen dat ZZS in het milieu terecht komen. Dit kan door ze te vervangen door minder schadelijke stoffen, en/of door het aanpassen van processen.
  • Minimalisatie: als emissies van ZZS niet zijn te voorkomen, worden deze geminimaliseerd. 
  • Continu verbeteren: elke vijf jaar dienen bedrijven te onderzoeken of ze via de bronaanpak of via de minimalisatie de emissies  verder kunnen verminderen.
  • Stimuleren van innovatie en substitutie: vervanging van ZZS door minder gevaarlijke stoffen of vervanging van processen waardoor ZZS niet meer nodig zijn en/of niet meer vrijkomen.
ZZS weren uit leefomgeving


Deze stappen zijn uitgewerkt in het vermijdings- en reductie programma ZZS (VRP). Bedrijven met emissies van ZZS moeten zo’n programma opstellen. In dit programma onderzoekt het bedrijf de mogelijkheden voor bronaanpak en/of reductiemaatregelen. Het stappenplan voor dit programma staat op de website van het IPLO. Over het vervangen van stoffen is meer informatie te vinden op de website over REACH.

Ook kunnen bedrijven producten en processen zo ontwerpen, dat ze in de hele levenscyclus geen schadelijke gevolgen hebben voor mens en milieu. Daarmee voorkomen bedrijven problemen die later kunnen ontstaan, bijvoorbeeld tijdens het gebruik, bij hergebruik of in de afvalfase. Dit noemen we Safe and Sustainable by Design en is één van de acties die de EU Europese unie (Europese unie) inzet vanuit de Chemicals Strategy for Sustainability.  Meer informatie is te vinden op de website Safe-by-Design.

Vergunningverlening

Bij vergunningplichtige activiteiten rapporteert een bedrijf emissies van ZZS aan het bevoegd gezag (informatieverplichting). Voor deze rapportage kan het bedrijf de ZZS-emissiedatabase gebruiken. In het VRP rapporteert het bedrijf over de mogelijkheden om ZZS-emissies te voorkomen of te beperken. Eventueel kan het bevoegd gezag in de vergunning voorschriften opnemen voor emissiebeperking en continue verbetering. De wettelijke verplichtingen voor emissies naar lucht zijn uitgewerkt op de IPLO pagina's ZZS en lucht, die voor water in de Algemene Beoordelingsmethodiek(ABM) en het Handboek Immissietoets, zie ook IPLO over ZZS en afvalwater.

Ter ondersteuning van de ZZS-uitvoeringspraktijk ontsluit het RIVM op deze website (Risico’s van Stoffen) informatie zoals de ZZS-lijst. Ook biedt deze website screeningstools aan, waaronder de ZZS navigator, de similarity tool en de PMT screeningstool en PBT screeningtool.   De ZZS navigator is een hulpmiddel voor vergunningverleners en toezichthouders. Dit hulpmiddel geeft een indruk welke ZZS naar het milieu kunnen worden geëmitteerd bij specifieke bedrijfstakken. De ZZS similarity tool, de PMT Persistent, Mobiel én Toxisch (Persistent, Mobiel én Toxisch) en PBT Persistent, Bioaccumulerend én Toxisch (Persistent, Bioaccumulerend én Toxisch)  screeningstool zijn hulpmiddelen om mogelijke ZZS eigenschappen van stoffen, die (nog) niet op de ZZS-lijst staan, te onderzoeken. Mocht een vergunningverlener meer duiding willen, dan kan de uitkomst van deze screeningstools een aanleiding zijn om een stofadvies aan het RIVM te vragen.

Het RIVM heeft als hulpmiddel voor bevoegde gezagen ook een lijst met potentiële ZZS (pZZS potentieel Zeer Zorgwekkende Stof(fen) (potentieel Zeer Zorgwekkende Stof(fen))) opgesteld. Dit zijn stoffen die door de Europese lidstaten in het kader van de REACH Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën) Verordening onderzocht worden op mogelijke ZZS gevaarseigenschappen. Het bevoegd gezag kan maatregelen opleggen om de emissies van pZZS te beperken, zie hiervoor de IPLO website.

Op basis van een onderzoeksrapport van het RIVM  heeft het ministerie van IenW Infrastructuur en Waterstaat (Infrastructuur en Waterstaat) kosteneffectiviteitsranges(PDF) afgeleid om de kosteneffectiviteit van maatregelen te beoordelen in het kader van de minimalisatieverplichting. Hiermee kan de vergunningverlener beoordelen of minimalisatiemaatregelen om de uitstoot van ZZS naar de lucht te verlagen kosteneffectief zijn. Deze methode kan worden gebruikt bij de afweging van maatregelen, zie hiervoor de IPLO website.

Recent heeft het RIVM in opdracht van IenW een verkenning uitgevoerd naar cumulatie van ZZS bij lozingen en emissies. Vaak stoten bedrijven mengsels van verschillende stoffen tegelijkertijd uit. De kans dat een mengsel schadelijke effecten heeft, kan groter zijn dan de effecten van één stof. Hoe groot die kans is, hangt af van de samenstelling, de concentraties en de schadelijkheid van de stoffen. Het effect van een mengsel wordt nu nauwelijks meegenomen bij de vergunningverlening, zo blijkt uit een verkenning. Het RIVM heeft onder andere methoden ontwikkeld om de effecten van stoffenmengsels voor mens en milieu te kunnen inschatten bij de vergunningverlening. Opvolging van dit onderzoek vindt plaats binnen het Impulsprogramma chemische stoffen van IenW.

Het landelijke Kennisnetwerk ZZS

Bij de uitvoering van het ZZS beleid kunnen bij vergunningverleners, handhavers en toezichthouders vragen zijn. Om het uitwisselen van vragen, kennis en ervaringen mogelijk te maken faciliteert de overheid (RIVM, RWS en de omgevingsdiensten) het landelijke Kennisnetwerk ZZS. Dit is een netwerk voor en door medewerkers van bevoegde gezagen en andere overheidsorganisaties. Het Kennisnetwerk organiseert netwerkdagen, webinars en discussies om van elkaar te leren. Het Kennisnetwerk ZZS heeft een digitaal platform bij Omgevingsdienst.nl, alleen toegankelijk voor de overheid. Hierop vindt u aankondigingen van activiteiten en ontwikkelingen en een discussieforum. Om toegang te krijgen registreert u zich eerst op het Kennisnet van Omgevingsdienst.nl. Vervolgens kunt u zich aanmelden voor het Platform ZZS op de pagina Kennisplatforms.