Ozonlaagafbrekende stoffen zijn organische verbindingen waar meestal fluor, chloor en/of broom in zit. De ozonlaag is de afgelopen tientallen jaren dunner geworden door het gebruik van deze stoffen. Daarom zijn er wereldwijd afspraken gemaakt om de productie en het gebruik van deze stoffen aan banden te leggen.
De ozonlaag beschermt ons tegen het schadelijkste deel van de ultraviolette (uv) straling uit het zonlicht. Door te veel uv-straling neemt de kans op huidkanker en op oogaandoeningen zoals staar toe. De ozonlaag is sinds de jaren 80 dunner geworden door het gebruik van ozonlaagafbrekende stoffen.
Wat zijn ozonlaagafbrekende stoffen
De belangrijkste ozonlaagafbrekende stoffen zijn: chloor-fluor-koolstoffen (CFK’s), waterstof-chloor-fluor-koolwaterstoffen (HCFK’s), halonen (fluor-broom-koolstoffen die ook chloor kunnen bevatten), tetrachloormethaan, trichloorethaan en methylbromide. Deze stoffen zijn vooral gebruikt om (isolatie)schuimen mee te maken, als koudemiddel in koelinstallaties en airconditioners, als oplosmiddel voor chemische reiniging en als brandblusmiddel.
Meer informatie over fluorkoolwaterstoffen, klimaat en aantasting van de ozonlaag is te vinden op de rivm website.
Wettelijk kader
Internationale afspraken
Het Montreal protocol uit 1987 richt zich op het stoppen van het fabriceren en het gebruik van ozonlaagafbrekende stoffen. In het protocol staat vanaf wanneer welke stof verboden is. CFK’s mogen bijvoorbeeld sinds 2010 wereldwijd niet meer gebruikt worden en HCFK’s mogen vanaf 2030 in ontwikkelde landen niet meer gebruikt worden. Ozonlaagafbrekende stoffen dragen ook bij aan de opwarming van de aarde net zoals gefluoreerde broeikasgassen. Veel van de ozonlaag afbrekende zijn momenteel vervangen door fluorkoolwaterstoffen (HFK’s). Die hebben geen effect op de ozonlaag, maar wel een sterke broeikaswerking. Daarom zijn, via het Kigali Amendement uit 2016, de HFK’s ook opgenomen in het Montreal protocol.
Europese wetgeving
De Europese ozonverordening (EG) 005/2009 geeft uitvoering aan het Montreal protocol. De verordening richt zich op het beëindigen van productie en gebruik van de ozonlaagafbrekende stoffen. Sommige van deze stoffen mogen nog wel in bepaalde processen gebruikt worden als technische hulpstof of voor enkele specifieke toepassingen. Vernietiging mag alleen met goedgekeurde vernietigingstechnieken.
Nederlandse wetgeving
In Nederland is de Ozonverordening vastgelegd in het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.
Maatregelen
Ozonafbrekende stoffen komen vrij in de atmosfeer bij de productie van de stoffen zelf, bij het gebruik ervan en bij het vernietigen van de apparatuur waar ze in zitten. Dit varieert van direct bij gebruik in een spuitbus tot pas na tientallen jaren bij gebruik in isolatiematerialen. Om dit te verminderen treft iedere lidstaat maatregelen om gereguleerde stoffen, uit onder andere koel- en klimaatregelingsapparatuur voor vernietiging, recycling of regeneratie terug te winnen. Het gebruik van deze stoffen is de laatste jaren sterk afgenomen doordat ze zijn vervangen door onder meer de HFK’s.
Alternatieven
Natuurlijke koudemiddelen in apparatuur zoals ammoniak, propaan, isobutaan, koolstofdioxide en water vormen een alternatief. Deze stoffen kennen weer andere problemen zoals brandbaarheid (koolwaterstoffen) en giftigheid (ammoniak). Natuurlijke koudemiddelen hebben een veel lager broeikaseffect bij lekkage. Het broeikaseffect van ammoniak is bijvoorbeeld 0. Voor meer informatie zie Informatiepunt Leefomgeving.