Bedrijven zijn verplicht om een gevaarsindeling af te leiden voor stoffen of mengsels die ze in de handel brengen (CLP Classification, Labelling and Packaging (Classification, Labelling and Packaging )-Verordening). Verder moeten bedrijven de voorschriften voor verpakking en etikettering volgen.

Wat is zelfclassificatie?

Voor sommige gevaarseigenschappen van stoffen heeft de Europese Commissie een Europees geharmoniseerde indeling vastgesteld. Deze staan in Bijlage VI van de CLP-verordening (CLP Verordening (EG) 1272/2008). Deze indeling moet worden nageleefd. In alle andere gevallen moeten bedrijven zelf de indeling voor alle gevaarsklassen vaststellen (zelfclassificatie). Het komt dus voor dat een  bedrijf zelf vaststelt dat een stof kankerverwekkend, mutageen, of toxisch voor de reproductie (CMR Kankerverwekkende, mutagene (genetische verandering veroorzakende) en/of reproductietoxische (giftig voor de voortplanting) stoffen (Kankerverwekkende, mutagene (genetische verandering veroorzakende) en/of reproductietoxische (giftig voor de voortplanting) stoffen )) is.

Onder de REACH Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën )  Verordening zijn producenten en importeurs van geregistreerde stoffen verplicht te melden of een stof Persistent, Bioaccumulerend en Toxisch ( PBT Persistent, Bioaccumulerend én Toxisch (Persistent, Bioaccumulerend én Toxisch )) of zeer Persistent en zeer Bioaccumulerend (vPvB zeer Persistent en zeer Bioaccumulerend (zeer Persistent en zeer Bioaccumulerend ) ) is. Beide zelfclassificaties leiden tot de  conclusie Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen )) in het kader van Nederlands stoffenbeleid. Een zelfclassificatie of geharmoniseerde classificatie als PBT of vPvB conform CLP leidt tot de conclusie ZZS omdat de CLP criteria gelijk zijn aan de REACH criteria.

Deze stoffen staan niet op de ZZS-lijst, omdat CLP- en PBT/vPvB Persistent, bioaccumulerend en toxisch of zeer persistent of zeer bioaccumulerend (Persistent, bioaccumulerend en toxisch of zeer persistent of zeer bioaccumulerend )-zelfclassificaties niet officieel zijn vastgesteld. De zelfclassificaties zijn niet gecontroleerd door EU Europese unie (Europese unie)ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency )RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) of door een andere onafhankelijke instantie. Als hulpmiddel voor ZZS-identificatie zijn deze stoffen ook te vinden via zoek stoffen. De gegevens bij ECHA wijzigen dagelijks; in het zoeksysteem worden de zelfclassificaties twee keer per jaar geactualiseerd.

Hoe werkt een zelfclassificatie?

De indeling van een stof gebeurt volgens de verschillende gevarenklassen van de CLP-verordening (artikel 4.1) en op basis van alle beschikbare informatie. Vervolgens moet dit worden gemeld bij ECHA voor opname in de C&L-inventaris. In het kader van de CLP-Verordening geldt voor bedrijven die melding doen bij ECHA een plicht om zo veel mogelijk tot overeenstemming te komen over de indeling. Deze plicht is echter niet dwingend opgelegd.

Voor PBT/vPvB-stoffen moeten fabrikanten of importeurs bij de ECHA melden als een stof aan de PBT-criteria voldoet.

Waar is de zelfclassificatie van een stof te vinden?

ECHA database

Het ECHA heeft een openbare database voor indeling en etikettering opgesteld: de C&L-inventaris. Hierin zijn de Europees geharmoniseerde indelingen uit Annex VI van de CLP en de aan ECHA gemelde zelfclassificaties opgenomen. In deze database staan ook de indelingen die zijn gedaan door REACH registranten als onderdeel van hun registratieverplichting. Zelfclassificaties van mengsels door bedrijven zijn niet opgenomen in de C carcinogeen (carcinogeen )&L-inventaris.

Zelfclassificaties zijn in principe opgenomen op het Veiligheidsinformatieblad (VIB). Meer informatie over de  eisen aan een veiligheidsinformatieblad staan beschreven in de REACH verordening, artikel 31

In het kader van REACH voert de ECHA ook PBT-beoordelingen van stoffen uit. Die stoffen zijn al opgenomen op de ZZS- of pZZS potentieel Zeer Zorgwekkende Stof(fen) (potentieel Zeer Zorgwekkende Stof(fen) )-lijst. Als er geen afgeronde beoordeling beschikbaar is, moet een bedrijf zelf in hun REACH dossier aangeven of een stof PBT-eigenschappen heeft. Deze gegevens staan in de ECHA-database en zijn ook opgenomen in ons zoeksysteem.

Hulpmiddel voor het zoeken naar zelfclassificaties

In de "Gids voor ZZS en pZZS identificatie(PDF)" staat hoe u de zelfclassificaties in de ECHA-database kunt opzoeken.

Als hulpmiddel zijn de zelfclassificaties ook opgenomen in het zoeksysteem van onze website. Hierin zijn voor CMR eigenschappen alleen de zelfclassificaties als CMR 1A of 1B opgenomen omdat dit criteria zijn voor ZZS. Per stof is aangegeven of er een zelfclassificatie is, inclusief een link naar de gegevens bij ECHA. De zelfclassificatie van een stof kan verschillen tussen bedrijven. Stoffen die door één of meer bedrijven als CMR 1A of 1B of als PBT of vPvB zijn geclassificeerd zijn opgenomen in het zoeksysteem.

Zijn er afwijkingen van de geharmoniseerde indeling?

Ook voor stoffen met een geharmoniseerde indeling of officieel vastgestelde PBT-identificatie bestaan soms zelfclassificaties. Deze zelfclassificaties zijn voor de volledigheid ook weergegeven. Soms wijken deze af van de geharmoniseerde indeling, bijvoorbeeld omdat meer actuele gegevens zijn gebruikt. Officieel vastgestelde indelingen zijn altijd leidend. De update van de gegevens op de RIVM website vindt twee keer per jaar plaats. Als gevolg van een verschil in updatefrequentie kan er een verschil zijn tussen de zelfclassificatie vermeld in ons zoeksysteem en de zelfclassificatie op de ECHA website.

Meer informatie

Meer informatie over hoe de vergunningverlener om moet gaan met zelfclassificatie staat op de website van het Informatiepunt Leefomgeving ( IPLO Informatiepunt Leefomgeving (Informatiepunt Leefomgeving ) ).