De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW (Kaderrichtlijn Water)) is bedoeld om de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa op orde te brengen. De Europese Commissie heeft een lijst van stoffen opgesteld die in heel Europa met voorrang moeten worden aangepakt (KRW lijst). De Commissie heeft ook milieukwaliteitsnormen vastgesteld voor deze stoffen.
Op de KRW lijst staan de prioritaire stoffen die een groot risico vormen in en via het watermilieu. De meest risicovolle stoffen op de lijst zijn aangemerkt als prioritair gevaarlijk. De Europese Commissie heeft bepaald dat de lidstaten beheersmaatregelen moeten treffen, gericht op:
- het stoppen van emissies (vrijkomen) van de prioritair gevaarlijke stoffen
- het verminderen van emissies (vrijkomen) van de prioritaire stoffen
Stoffen komen op de Europese lijst als ze in meerdere lidstaten een probleem zijn. Volgens de KRW moeten de lidstaten zelf ook de stoffen in kaart brengen die op nationaal niveau een probleem zijn en maatregelen treffen. De doelen en maatregelen worden beschreven in stroomgebiedbeheerplannen.
Meer informatie hierover vindt u op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO (Informatiepunt Leefomgeving)).
Wettelijk kader
Europese wetgeving
De Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG bepaalt dat de Europese Commissie een lijst van prioritaire stoffen moet opstellen. Deze lijst is opgenomen in Bijlage X van de KRW. De Europese Commissie moet de lijst regelmatig herzien. Dit is voor het eerst gebeurd in 2008 met de Dochterrichtlijn Prioritaire stoffen 2008/105/EG.
In 2013 is de richtlijn Prioritaire stoffen opnieuw herzien en gewijzigd via Richtlijn 2013/39/EU. Er zijn nu Europese normen voor ruim 40 stoffen en stofgroepen. Commissie heeft in 2022 een voorstel ingediend voor herziening van de Kaderrichtlijn Water en richtlijn prioritaire stoffen. Het is nog niet bekend wanneer de nieuwe richtlijnen worden vastgesteld.
Sinds 2013 bestaat er ook een Europese lijst van aandachtsstoffen. De stoffen op deze ‘watchlist’ zijn mogelijk een probleem voor oppervlaktewater, maar er zijn niet genoeg meetgegevens om het risico te beoordelen. Lidstaten moeten de stoffen vier jaar lang tenminste een keer per jaar meten. De nieuwste ‘watchlist’ is in 2022 vastgesteld.
Nederlandse wetgeving
De Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG (Europese Gemeenschap) is in Nederland geïmplementeerd via de Omgevingswet. De normen uit Richtlijn 2013/39/EU (Europese unie) zijn in Nederland overgenomen in bijlage III van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Voor Nederland specifieke stoffen
Naast het Europese spoor is er het nationale spoor voor “specifieke verontreinigende stoffen” voor het beoordelen van de goede ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen. De Nederlandse KRW-stoffen zijn opgenomen in bijlage IIIa van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Meer informatie over de wettelijke kaders is te vinden via het IPLO en Rijkswaterstaat.
Relatie met andere stoffenlijsten
De prioritair gevaarlijke stoffen onder de KRW zijn Zeer Zorgwekkende Stoffen en staan in Bijlage II van de Richtlijn Industriële Emissies 2010/75/EU. Dat heeft gevolgen voor het verlenen van vergunningen voor emissies van installaties en processen die onder deze richtlijn vallen. Bij de vergunningverlening moet aandacht aan deze stoffen worden gegeven. Emissiegegevens moeten worden geregistreerd in het kader van de European Pollutant Release and Transfer Register Registerverordening (E-PRTR (European Pollutant Release Transfer Register)). Zie bijgevoegde brief van de verantwoordelijke staatssecretaris.
Technische informatie
De technische onderbouwing voor de Europese prioritaire KRW stoffenlijst is te vinden via EC Technical Background document.