Volgens het European Pollutant Release Transfer Register zijn bepaalde bedrijven verplicht jaarlijks hun emissies te rapporteren bij overschrijding van drempelwaarden.
In Bijlage I van de PRTR-verordening staat voor welke activiteiten van de bedrijven een rapportageplicht is. Vanaf de invoering van de Omgevingswet staat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) ook welke activiteiten rapportageplichtig zijn. Dit staat in hoofdstuk 3 bij de desbetreffende activiteiten. In principe zijn dit de activiteiten uit Bijlage I van de PRTR-verordening en is de Verordening altijd leidend.
De stoffen die gerapporteerd moeten worden zijn opgenomen in Bijlage II van de Verordening. In Nederland is vanaf het verslagjaar 2009 de lijst aangevuld met de stoffen uit Bijlage V van het Bal (Besluit Activiteiten Leefomgeving ). Voor een aantal stoffen is een lagere drempelwaarde ingevoerd dan in de Verordening staat. De Stoffenlijst van het integraal PRTR verslag geeft een volledig overzicht van de stoffen die in Nederland sinds 2009 gerapporteerd moeten worden met de gehanteerde drempelwaarden.
E-PRTR en MJV (milieujaarverslag )
In 2009 is de E-PRTR verplichting geïntegreerd met het milieujaarverslag (MJV) tot één Integraal (PRTR) verslag. Dit verslag is gebaseerd op de E-PRTR verordening en is aangevuld met de essentiële elementen uit het MJV.
Welke verplichtingen hebben bedrijven?
De bedrijven onder de E-PRTR rapportageplicht, vallen meestal ook onder bijlage I van de Richtlijn Industriële Emissies (bedrijven met een IPPC (Integrated Pollution Prevention and Control )-installatie). In de Leidraad Milieurapportages is uitgelegd welke bedrijven onder de E-PRTR vallen en wat hierbij de verschillen met de Richtlijn Industriële Emissies zijn. Bij de PRTR-rapportage gaat het om de uitstoot van ruim 100 stoffen in bodem, water en lucht en de hoeveelheden afval die het bedrijfsterrein verlaten. Rapportage van een emissie is verplicht wanneer de drempelwaarde in de Verordening of die uit Bijlage V van het Bal wordt overschreden. De drempelwaarden zijn ook te vinden in de Stoffenlijst van het integraal PRTR verslag. Omdat het mogelijk is dat in Nederland een lage drempelwaarde geldt of dat een stof moet worden gerapporteerd die niet in de Verordening is opgenomen, is het zaak om altijd zowel de bijlage II van de Verordening te raadplegen als bjilage V van het Bal. Eenvoudiger is het om de Stoffenlijst van het integraal PRTR verslag als naslag te gebruiken omdat deze het totaaloverzicht geeft van beide documenten.
Wat zijn de verplichtingen van de overheid?
De verplichtingen voor het bevoegd gezag zijn vastgelegd in het paragraaf 11.2.6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het bevoegde gezag moet de kwaliteit van de gerapporteerde emissies beoordelen. Daarna moeten de EU (Europese unie) lidstaten de gegevens rapporteren aan de EU en in een nationaal register opnemen dat via internet toegankelijk is. Uiteindelijk voegt de EU alle informatie samen tot een Europees register. Daarmee wordt de milieu-informatie ontsloten op het niveau van inrichtingen, activiteiten, stoffen en lidstaten. De Nederlandse rapportages worden gepubliceerd in het Nationaal register. In principe hoeven alleen de rapportage-elementen die uit E-PRTR voortvloeien, actief openbaar te worden gemaakt op internet.
Europese wetgeving
De E-PRTR verordening (EG) 166/2006 vloeit voort uit het Verdrag van Aarhus. Dat verdrag heeft onder meer tot doel om de toegang tot milieu-informatie voor het publiek te waarborgen.
Nederlandse wetgeving
Met de invoering van de Omgevingswet zijn het Uitvoeringsbesluit en – regeling PRTR komen te vervallen. De artikelen zijn verspreid overgenomen in paragrafen van het Bkl (Besluit Kwaliteit Leefomgeving ) (richt zich op het bevoegd gezag) en het Bal (richt zich op bedrijven). Daarnaast zijn artikelen opgenomen in het Omgevingsbesluit.
Het Bal regelt onder meer dat een bedrijf een op E-PRTR aangepast meet- en registratiesysteem moet hebben. In het Omgevingsbesluit (artikel 10.42d) staat dat het PRTR-verslag elektronisch wordt ingediend volgens het format van het e-MJV (elektronische milieujaarverslag ). In Bijlage V van het Bal staat de aanvullende lijst met stoffen waarover moet worden gerapporteerd.
Technische informatie
Op grond van de Verordening en het Bal moeten bedrijven met een meet- en registratiesysteem, met gepaste frequentie, vaststellen hoe groot de emissies zijn. Als het niet mogelijk is eigen meetgegevens te verzamelen , bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van een geaccrediteerde meetmethode, mogen bedrijven gebruik maken van meetgegevens van vergelijkbare installaties of kentallen in de literatuur. Wanneer ook die gegevens ontbreken, mogen bedrijven de emissies schatten.
De rapportage gaat via een internetapplicatie, het e-MJV.
Conform de Verordening heeft de EU een Richtsnoerendocument uitgegeven, waarin de Verordening is opgenomen en toegelicht. Daarnaast bevat het document een aantal voorbeelden met uitwerkingen van verplichtingen uit de Verordening. Nederland heeft als aanvulling hierop een Leidraad Milieujaarrapportages gemaakt met uitleg over de Nederlandse situatie. Hierin staan onder meer een aantal ondersteunende instrumenten en checklists.