Zoeksysteem stoffen

Zoeksysteem stoffen

Normen
Pen, rekenmachine en rekenlineaal

Normen

De OSPAR Conventie heeft als doel het marine milieu van de noord-nost Atlantische Oceaan te beschermen. De verdragspartijen binnen OSPAR zijn 15 landen die afwateren op deze oceaan en de Europese Unie.

Stoffenlijsten OSPAR

Rond 2000 is door OSPAR een lijst opgesteld van verontreinigende stoffen waarvoor, met het oog op het mariene milieu, mogelijk actie vanuit OSPAR nodig is. De lijst wordt de ‘List of Substances of Possible Concern’ genoemd. Deze lijst is destijds opgesteld met gegevens uit een groot aantal databases voor stoffen waarvoor de gegevens (veelal schattingen) aangaven dat ze persistent (niet/nauwelijks biologisch afbreekbaar in het milieu) én bioaccumulerend (ophoping van de stof in organismen) én toxisch (giftig) voor aquatische organismen zijn (PBT, zie ook PBT/vPvB). Ook staan op deze lijst stoffen met een vergelijkbare zorg voor het milieu (bijvoorbeeld hormoonverstorende stoffen). De OSPAR doelstellingen zijn van toepassing op alle stoffen op deze lijst, als hun PBT- of andere gevaarlijke eigenschappen worden bevestigd. In 2002 werd deze lijst door OSPAR vastgesteld.

Van deze lijst is een selectie van verontreinigende stoffen gemaakt die OSPAR met voorrang wil aanpakken, de ‘List of Chemicals for Priority Action’. OSPAR wil de lozingen, emissies en verliezen naar het milieu van deze stoffen stopzetten. Daarom heeft OSPAR achtergronddocumenten opgesteld voor deze stoffen. Daarin staat informatie over bronnen en routes waarlangs deze stoffen in het milieu komen en mogelijke maatregelen om de OSPAR doelstellingen te bereiken. Elk van deze chemicaliën heeft ook een monitoringstrategie waarin de monitoring en de voortgang richting het doel van het stoppen van de emissies gedetailleerd zijn beschreven.

De uiteindelijke doelstelling van OSPAR is dat de synthetische stoffen op deze lijst niet meer in zee voorkomen. Daarnaast is het einddoel dat in zee de concentratie van de stoffen op de lijst van die van nature voorkomen niet boven het natuurlijke achtergrondniveau uitkomt.

Aangepaste werkwijze OSPAR

In 2004 heeft OSPAR besloten verder alleen nog stoffen te prioriteren waarvoor het risico voor het zeemilieu onvoldoende aandacht krijgt onder EU Europese unie (Europese unie)-initiatieven (REACH-verordening en richtlijnen etc.). Op grond van hetzelfde principe is vervolgens periodiek de List of Substances of Possible Concern herzien. Stoffen met de volgende criteria worden naar een sub-lijst verplaatst:

  • stoffen die niet meer op de markt zijn
  • stoffen die reeds voldoende gereguleerd zijn in EU-verband of andere internationale kaders
  • stoffen die alleen intermediair zijn in chemische synthese (en daardoor het milieu niet zullen bereiken)

Waar houdt OSPAR zich momenteel mee bezig?

OSPAR houdt zich bezig met de resterende stoffen van de lijst, de verdere informatievergaring en inbreng in de implementatie van EU-regelgeving (Kaderrichtlijn mariene strategie, Kaderrichtlijn Water, REACH).

Verder is OSPAR imomenteel bezig met een volledige herziening LCPA. Ook deze lijst wordt gefilterd en gerationaliseerd in het licht van de verordening inzake registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH). De stoffen onder de Kaderrichtlijn Water worden in de herziening geprioriteerd. Hiermee levert OSPAR ook oor de Kaderrichtlijn Water (KRW) een bijdrage aan het bereiken van de goede milieutoestand.

Wat is het wettelijk kader?

Nederland is één van de Verdragspartijen van de OSPAR Conventie. De afspraken die binnen de OSPAR Conventie worden gemaakt, worden idaarom geïmplementeerd in de Nederlandse beleidsdocumenten en regelgeving. Zo zijn de OSPAR stoffen voor prioritaire actie in Nederland aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stoffen.