De Richtlijn Industriële Emissies is gericht op geïntegreerde preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. Deze richtlijn is belangrijk voor vergunningverleners.

De Richtlijn Industriële Emissies (Rie) 2010/75/EU Europese unie (Europese unie) verplicht de EU-lidstaten om emissies naar water, lucht en bodem (inclusief maatregelen voor afvalstoffen) van IPPC Integrated Pollution Prevention and Control (Integrated Pollution Prevention and Control)-installaties te reguleren. Dit betreft grote milieuvervuilende bedrijven en de intensieve veehouderij. Dat gebeurt via een integrale vergunning. Deze moet gebaseerd zijn op de Beste Beschikbare Technieken (BBT). Vergunningverleners moeten rekening houden met de stoffen en stofgroepen die in bijlage II van de Rie Richtlijn Industriële Emissies (Richtlijn Industriële Emissies) staan en zo nodig in de vergunning voorschriften verbinden aan de emissies van deze stoffen. Deze lijst is op deze site niet te doorzoeken op individuele stofnaam. Er staan vooral stofgroepen (bijvoorbeeld cyaniden) op de lijst. 

Wettelijk kader

In Nederland is de Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU) sinds 2024 voornamelijk geïmplementeerd in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Nederland moet onder meer het aantal IPPC-installaties en -vergunningen rapporteren aan de Europese Commissie.
Daarnaast moeten sinds 1 januari 2007 bepaalde bedrijven gegevens registreren en rapporteren volgens de European Pollutant Release Transfer Register (E-PRTR) verordening (EG) 166/2006. De verordening verplicht de bedrijven hun emissies naar water, lucht en bodem en afvaltransport te rapporteren aan de overheid. Zie ook de Milieujaarrapportage.

Bedrijven die onder de Rie vallen moeten meestal ook hun emissies naar water, lucht en bodem rapporteren en de afvoer van afval volgens de Europese Pollutant Release Transfer Register (E-PRTR).

Technische informatie

In de vergunning moeten (met name) voor de IPPC (groepen van) stoffen uit bijlage II van de RIE emissiegrenswaarden zijn opgenomen. Daarbij moet ook gelet worden op de aard van de stoffen en hun potentieel voor overdracht van verontreiniging tussen de verschillende milieucompartimenten. In de BBT-conclusie documenten (voorheen onderdeel van BREF BBT (Beste beschikbare technieken) - referentiedocument (BBT (Beste beschikbare technieken) - referentiedocument)'s) zijn de beste beschikbare technieken (BBT Best Beschikbare Technieken (Best Beschikbare Technieken)) te vinden. Deze bestaan uit emissiewaarden en mogelijke maatregelen waarmee deze waarden gehaald kunnen worden. U vindt meer informatie via het IPLO.